Neuroaffectieve ontwikkelingspsychologie en de stadia van Erikson
De neuroaffectieve ontwikkelingspsychologie (NAPD), ontwikkeld door Marianne Bentzen, biedt een integratieve benadering die inzichten uit de neurowetenschappen, ontwikkelingspsychologie en lichaamsgerichte therapie combineert. Deze benadering richt zich op de natuurlijke ontwikkeling van de hersenen en persoonlijkheid, met speciale aandacht voor de impact van vroege ervaringen op het emotionele en sociale functioneren. NAPD benadrukt het belang van het begrijpen en ondersteunen van de verschillende ontwikkelingsniveaus van het zenuwstelsel om emotionele groei en intern herstel te bevorderen.
Het drie-delige brein
Een concept dat in de context van hersenontwikkeling vaak wordt besproken, is het drie-delige brein. Dit model verdeelt de hersenen in drie evolutionaire lagen:
- Reptielbrein: Verantwoordelijk voor instinctieve overlevingsfuncties zoals vecht- of vluchtreacties.
- Paleomammalisch brein: Bevat het limbisch systeem, dat een cruciale rol speelt in emoties en geheugen.
- Neomammalisch brein: Bestaat uit de neocortex, betrokken bij complexere functies zoals redeneren en bewustzijn.
Een lichaamsgerichte blik op ontwikkeling en trauma
In mijn werk gebruik ik graag de neuroaffectieve ontwikkelingspsychologie (NAPD), een visie ontwikkeld door Marianne Bentzen. Wat mij hierin aanspreekt, is de respectvolle manier waarop lichaam, brein en emotie samen worden bekeken. Niet als losse elementen, maar als een levend geheel. Deze benadering helpt om trauma te begrijpen vanuit de ontwikkeling van het zenuwstelsel en de wisselwerking met onze omgeving. Ze legt bloot waar iets is vastgelopen, maar ook waar herstel mogelijk is.
Drie niveaus van ontwikkeling
- Sensorische en autonome regulatie: de basis van veiligheid en lichamelijke zelfervaring
- Emotionele en empathische interacties: het vermogen om gevoelens te delen en af te stemmen op anderen
- Impulscontrole en zelfinzicht: de ontwikkeling van reflectie, verantwoordelijkheid en richting
Wanneer een van deze niveaus onvoldoende is ontwikkeld—bijvoorbeeld door vroegkinderlijk trauma—kan dat later in het leven voelbaar worden in de vorm van onrust, schaamte, relationele spanningen of een kwetsbare zelfwaarde.
NAPD gecombineerd met Eriksons ontwikkelingsstadia: de psychologische laag
Wat mij helpt om gedrag en innerlijke conflicten beter te begrijpen, zijn de ontwikkelingsfasen zoals beschreven door Erik Erikson. Hij zag elke levensfase als een uitdaging tussen twee krachten. Wordt de uitdaging op een veilige manier doorleefd, dan ontwikkelt zich veerkracht. Maar als de ontwikkeling stokt, kan dat later tot psychische klachten leiden.
- 0-1 jaar: Vertrouwen vs. wantrouwen – de basis voor het gevoel welkom te zijn in contact.
- 2-3 jaar: Autonomie vs. schaamte – leren grenzen voelen en aangeven.
- 3-6 jaar: Initiatief vs. schuld – ontdekken wat je zelf wilt, zonder angst voor afwijzing.
- 6-12 jaar: Vlijt vs. minderwaardigheid – ontwikkelen van vaardigheden en het gevoel competent te zijn.
- 12-18 jaar: Identiteit vs. rolverwarring – zoeken naar wie je bent, los van de verwachtingen van anderen.
- Vroege volwassenheid: Intimiteit vs. isolatie – het aangaan van diepere relaties.
- Middenvolwassenheid: Generativiteit vs. stagnatie – bijdragen aan gemeenschap en zorg voor de volgende generatie.
- Late volwassenheid: Integriteit vs. wanhoop – terugkijken op het leven met betekenis.
Tijdens deze fasen kunnen zich patronen vormen die, als ze niet gezien of ondersteund worden, zich vastzetten. Denk aan een identiteit die zich te vroeg vastlegt (“foreclosure”), een voortdurende zoektocht zonder keuzes (“identity confusion”) of het afzetten tegen gezag in een negatieve identiteit.
Een integratieve benadering van groei
Wat neuroaffectieve ontwikkelingspsychologie en Eriksons fasen gemeen hebben, is het besef dat groei gelaagd is. Dat gedrag en emoties sporen dragen van eerdere levensfases. Dat een crisis geen falen is, maar een kans op integratie.
In therapie kijken we samen naar die lagen. Welke ontwikkeling vraagt nu opnieuw aandacht? Waar mag het lichaam weer veiligheid ervaren? Welke delen van het verhaal vragen erkenning? En welke stap vraagt nu om kennis en moed?
Deze manier van werken is ondersteunend voor wie leeft met trauma, identiteitsvragen, of worstelt met autonomie, zelfbeeld en relaties. Het biedt handvatten om niet alleen te begrijpen, maar ook te voelen en te veranderen.
